Voetbal is een spel.
Het vormt en ontspant de jeugd en moet een attraktie zijn voor de
dorpsgenoten. Omdat wij dat inzien, hebben wij nooit last van de zenuwen,
zegt voorzitter Dr. Van der Donckt
Als arts zeer
zeker, maar ook als vader van negen kinderen, waarbij zes zoons waarvan er
drie te Huise voetbal speelden, weet voorzitter Dr. Van der Donckt de
heilzame invloed te waarderen van de sport-beoefening. Wij zeggen wel:
sportbeoefening en niet kompetitiesport, al is de geneesheer-voorzitter die
zelf voetbalde toen hij nog kollege liep, niet apriori tegen de
kompetitiegeest.
Maar..- en daar ligt
het verschil ten overstaan van heel wat andere dirigenten van voetbalklubs -
hij zocht geen hobby in deze sport omwille van de kompetitie. Hij houdt van
voetbal en hij ziet graag dat zijn spelers zich volledig uitleven en mooie
prestaties en uitslagen lukken, maar dat kompetitie-ding is niet de
‘conditio sine qua non’. Als het ging zonder die soms te felle kompetitie,
zou hij evenveel van voetbal houden en zou hij eveneens het voorzitterschap
van de klub te Huise aanvaarden.
Hij had meer dan één
reden om dat voorzitterschap te aanvaarden: ten eerste wilde bij dat de
jeugd van Huise zich kon uitleven in sportbeoefening, die een flinke
bijdrage is tot lichamelijke vorming; ten tweede wilde hij zijn
gemeentenaren een attraktie bezorgen in eigen midden en ten derde wilde hij
bereiken dat door de voetbalklub, velen Huise zouden leren kennen die anders
misschien niets zouden hebben afgeweten van het bestaan dezer gemeente van
2800 zielen. |
VERKOPEN OM
LEEFBAARHEID MOGELIJK TE MAKEN
Huise doet het
uitstekend dit seizoen. «Normaal!» meent Dr. Van der Donckt, «wij
degradeerden en we hebben ons versterkt. Niet dat er zoveel vreemdelingen
werden aangekocht, want alleen J.M. Saveyn kwam van Oudenaarde over als
speler-trainer. Maar dat alleen reeds versterkte de formatie gevoelig, omdat
deze trainer het elftal technisch verrijkte. Niet alleen is zijn
aanwezigheid en zijn bijdrage in het spel een bron van technisch
waardevoller inslag, hij heeft heel wat spelers op technisch vlak heel wat
rijker gemaakt.
Te Huise speelt men
met jongens uit Huise. Men stichtte de klub toch voor de eigen jeugd, of
niet soms? En als er te veel vreemden bijlopen wordt de goede
kameraadschappelijke geest niet naar behoren gevoed. Daarom, en ook omdat
het kleine Huise financieel geen te grote manieren mag hebben (wegens
onvermogen op de markt), houdt men het bij de eigen kweek.
Huise heeft op de
thuiswedstrijden circa 200 toeschouwers, maar als de ploeg op verplaatsing
gaat, reizen er een honderdtal supporters mee. Gewoonlijk is Huise dan als
bezoekende ploeg het best vertegen-woordigd op een vreemd terrein. De
bezochte klubs zien Huise dan ook graag komen.
Koopt men te Huise
niet op de voetbalmarkt, verkopen wordt er wèl gedaan. Zijn er spelers die
graag weg willen en voor dewelke bij andere klubs belangstelling bestaat,
dan laat men die spelers gaan, ofwel voor een jaar ofwel definitief. En
daarin vindt men te Huise een bron van inkomsten die er flink toe bijdraagt
dat men het bolwerken kan met vier elftallen.
Er is wel een toelage
van de gemeente, er wordt ook zuinig geleefd in de klub en weinig betaald
aan de spelers, en er zijn de circa 200 toeschouwers op de thuiswedstrijden.
Maar dat alles zou natuurlijk niet volstaan om die vier ploegen in aktie te
houden. Daarom wordt de klub verkoper, als - en dat is de eerste konditie -
een speler om zijn overgang verzoekt.
Wat echter tekenend
is: ze komen gewoonlijk, en graag naar naar Huise terug.
WAT HUISE BEOOGT
Het bestuur en ook de
spelers willen wat ze doen, goed doen. Men zoekt dus de beste uitslagen te
bereiken en te promoveren, maar dat is nooit hoofdzaak. Hoofdzaak blijft:
dat de Huise-jeugd zich in en door het voetbalspel kan uitleven, dat ze zich
amuseert, dat de Huisenaars op eigen gemeente een attraktie vinden.
|
De aanwerving van
speler-trainer J.M. Saveyn betekende voor de kleine klub uit het Oudenaardse
een flinke aderlating, maar nu weet men reeds dat het geen verloren uitgave
is geweest. Er kwam beter spel, er zal ruimer belangstelling komen en het
voortbestaan van de klub wordt daardoor verzekerd.
Toch heeft men te
Huise zorgen, maar dan zorgen voor... morgen. Men droomt ervan een nieuwe
tribune te maken om de toeschouwers 's winters te beschutten tegen ontij;
men zou nieuwe kabines willen optrekken en ervoor zorgen dat er stortbaden
voorhanden zijn. En dat zal kosten.
Het bestuur heeft zich
over deze problemen gebogen en iedereen is er in principe over akkoord dat
die verbeteringen zouden moeten aangebracht worden. Maar... het geld
daarvoor...
Na vorig seizoen
werden vier (de beste, zegt men) spelers verkocht. Men moest toch een
toontje lager gaan zingen en men had voldoende
eigen volk om het in de nieuwe kategorie klaar te spelen. Juist gezien! De
bewijzen daarvoor vindt men in de huidige rangschikking.
Zal Huise - als er
belangstelling bestaat en als de akteurs het zelf wensen - opnieuw
verkopen na het nu aan-gang-zijnde seizoen? Misschien, misschien niet.
Alles zal afhangen van de omstandigheden en van het voorhanden zijnde
spelersmateriaal. Maar van zodra men de mogelijkheid ziet de plannen
omtrent tribune enz. in werkelijkheid om te zetten, zal men niet bij de
pakken blijven zitten. Speelt men hoofdzakelijk voetbal om de jeugd en de
inwoners van Huise vorming en genoegen te bezorgen, men verliest niet uit
het oog dat zulks best gebeurt in prettige omstandigheden.
BRAVO HUISE
De spelers van de
klub, waarvan Dr. Van der Donckt voorzitter is, en ook gans het bestuur
van Huise hebben nog een heel gezonde kijk
op wat sportbeoefening werkelijk moet zijn: gezonde ontspanning voor jonge
mensen en voor oudere kijkers. Hoe ook de uitslag van de wedstrijd was,
iedereen slaapt na elke match heel goed te Huise. Men maakt zich weinig
zorgen, men loopt omzeggens nooit nerveus, men vindt nog echt ontspanning
in en door het voetbalspel.
Als vele kleine
klubs, die nu al te grote pretenties hebben, eens in de leer gingen bij de
gezonddenkende Huisenaars, dan zouden er minder voetbalvlegels op de
terreinen lopen, dan zouden er minder gekwetsten vallen, dan zouden er
geen gekke marktverhandelingen gebeuren die vele jaren de slaap van heel
wat verantwoordelijken roven. Dan zouden er heel wat meer zijn die aan de
voetbalsport nog echt genoegen beleven.
O. DE GREVE
|