Veel klubs kunnen heel wat lessen opdoen te Huise

(Uit: Gazet van Antwerpen, 16-10-1968)

Voetbal is een spel. Het vormt en ontspant de jeugd en moet een attraktie zijn voor de dorpsgenoten. Omdat wij dat inzien, hebben wij nooit last van de zenuwen, zegt voorzitter Dr. Van der Donckt

  Als arts zeer zeker, maar ook als vader van negen kinderen, waarbij zes zoons waarvan er drie te Huise voetbal speelden, weet voorzitter Dr. Van der Donckt de heilzame invloed te waarderen van de sport-beoefening. Wij zeggen wel: sportbeoefening en niet kompetitiesport, al is de geneesheer-voorzitter die zelf voetbalde toen hij nog kollege liep, niet apriori tegen de kompetitiegeest.

Maar..- en daar ligt het verschil ten overstaan van heel wat andere dirigenten van voetbalklubs - hij zocht geen hobby in deze sport omwille van de kompetitie. Hij houdt van voetbal en hij ziet graag dat zijn spelers zich volledig uitleven en mooie prestaties en uitslagen lukken, maar dat kompetitie-ding is niet de ‘conditio sine qua non’. Als het ging zonder die soms te felle kompetitie, zou hij evenveel van voetbal houden en zou hij eveneens het voorzitterschap van de klub te Huise aanvaarden.

Hij had meer dan één reden om dat voorzitterschap te aanvaarden: ten eerste wilde bij dat de jeugd van Huise zich kon uitleven in sportbeoefening, die een flinke bijdrage is tot lichamelijke vorming; ten tweede wilde hij zijn gemeentenaren een attraktie bezorgen in eigen midden en ten derde wilde hij bereiken dat door de voetbalklub, velen Huise zouden leren kennen die anders misschien niets zouden hebben afgeweten van het bestaan dezer gemeente van 2800 zielen.

VERKOPEN OM LEEFBAARHEID MOGELIJK TE MAKEN

Huise doet het uitstekend dit seizoen. «Normaal!» meent Dr. Van der Donckt, «wij degradeerden en we hebben ons versterkt. Niet dat er zoveel vreemdelingen werden aangekocht, want alleen J.M. Saveyn kwam van Oudenaarde over als speler-trainer. Maar dat alleen reeds versterkte de formatie gevoelig, omdat deze trainer het elftal technisch verrijkte. Niet alleen is zijn aanwezigheid en zijn bijdrage in het spel een bron van technisch waardevoller inslag, hij heeft heel wat spelers op technisch vlak heel wat rijker gemaakt.

Te Huise speelt men met jongens uit Huise. Men stichtte de klub toch voor de eigen jeugd, of niet soms? En als er te veel vreemden bijlopen wordt de goede kameraadschappelijke geest niet naar behoren gevoed. Daarom, en ook omdat het kleine Huise financieel geen te grote manieren mag hebben (wegens onvermogen op de markt), houdt men het bij de eigen kweek.

Huise heeft op de thuiswedstrijden circa 200 toeschouwers, maar als de ploeg op verplaatsing gaat, reizen er een honderdtal supporters mee. Gewoonlijk is Huise dan als bezoekende ploeg het best vertegen-woordigd op een vreemd terrein. De bezochte klubs zien Huise dan ook graag komen.

Koopt men te Huise niet op de voetbalmarkt, verkopen wordt er wèl gedaan. Zijn er spelers die graag weg willen en voor dewelke bij andere klubs belangstelling bestaat, dan laat men die spelers gaan, ofwel voor een jaar ofwel definitief. En daarin vindt men te Huise een bron van inkomsten die er flink toe bijdraagt dat men het bolwerken kan met vier elftallen.

Er is wel een toelage van de gemeente, er wordt ook zuinig geleefd in de klub en weinig betaald aan de spelers, en er zijn de circa 200 toeschouwers op de thuiswedstrijden. Maar dat alles zou natuurlijk niet volstaan om die vier ploegen in aktie te houden. Daarom wordt de klub verkoper, als - en dat is de eerste konditie - een speler om zijn overgang verzoekt.

Wat echter tekenend is: ze komen gewoonlijk, en graag naar naar Huise terug.

WAT HUISE BEOOGT

Het bestuur en ook de spelers willen wat ze doen, goed doen. Men zoekt dus de beste uitslagen te bereiken en te promoveren, maar dat is nooit hoofdzaak. Hoofdzaak blijft: dat de Huise-jeugd zich in en door het voetbalspel kan uitleven, dat ze zich amuseert, dat de Huisenaars op eigen gemeente een attraktie vinden.

De aanwerving van speler-trainer J.M. Saveyn betekende voor de kleine klub uit het Oudenaardse een flinke aderlating, maar nu weet men reeds dat het geen verloren uitgave is geweest. Er kwam beter spel, er zal ruimer belangstelling komen en het voortbestaan van de klub wordt daardoor verzekerd.

Toch heeft men te Huise zorgen, maar dan zorgen voor... morgen. Men droomt ervan een nieuwe tribune te maken om de toeschouwers 's winters te beschutten tegen ontij; men zou nieuwe kabines willen optrekken en ervoor zorgen dat er stortbaden voorhanden zijn. En dat zal kosten.

Het bestuur heeft zich over deze problemen gebogen en iedereen is er in principe over akkoord dat die verbeteringen zouden moeten aangebracht worden. Maar... het geld daarvoor...

Na vorig seizoen werden vier (de beste, zegt men) spelers verkocht. Men moest toch een toontje lager gaan zingen en men had  voldoende eigen volk om het in de nieuwe kategorie klaar te spelen. Juist gezien! De bewijzen daarvoor vindt men in de huidige rangschikking.

Zal Huise - als er belangstelling bestaat en als de akteurs het zelf wensen - opnieuw verkopen na het nu aan-gang-zijnde seizoen? Misschien, misschien niet. Alles zal afhangen van de omstandigheden en van het voorhanden zijnde spelersmateriaal. Maar van zodra men de mogelijkheid ziet de plannen omtrent tribune enz. in werkelijkheid om te zetten, zal men niet bij de pakken blijven zitten. Speelt men hoofdzakelijk voetbal om de jeugd en de inwoners van Huise vorming en genoegen te bezorgen, men verliest niet uit het oog dat zulks best gebeurt in prettige omstandigheden.

BRAVO HUISE

De spelers van de klub, waarvan Dr. Van der Donckt voorzitter is, en ook gans het bestuur van Huise hebben nog een heel gezonde kijk op wat sportbeoefening werkelijk moet zijn: gezonde ontspanning voor jonge mensen en voor oudere kijkers. Hoe ook de uitslag van de wedstrijd was, iedereen slaapt na elke match heel goed te Huise. Men maakt zich weinig zorgen, men loopt omzeggens nooit nerveus, men vindt nog echt ontspanning in en door het voetbalspel.

Als vele kleine klubs, die nu al te grote pretenties hebben, eens in de leer gingen bij de gezonddenkende Huisenaars, dan zouden er minder voetbalvlegels op de terreinen lopen, dan zouden er minder gekwetsten vallen, dan zouden er geen gekke marktverhandelingen gebeuren die vele jaren de slaap van heel wat verantwoordelijken roven. Dan zouden er heel wat meer zijn die aan de voetbalsport nog echt genoegen beleven.

                               O. DE GREVE

 

   Kampioenviering van de reserven,1966

  TERUG