Zuid-Peru
een reis doorheen een boeiend verleden

horizontal rule

2 tot 22 augustus 2007 -- Lima – Pisco – Nasca – Arequipa – Colca – Puno – Cusco – Lima

horizontal rule

-  klik de foto's aan om ze te vergroten -

Donderdag 2 augustus, Lima

Bij het verlaten van de luchthaven worden we namens Koning Aap perfect opgevangen door een vriendelijke jongedame van Pure Peru die ons overlaadt met alle nodige documentatie en vouchers voor de komende dagen.

De bagage wordt in een busje geladen en de bestemming is San Agustin Colonial Hotel. Het is dan al over middernacht maar men drukt ons op het hart dat we straks om 6.20 uur opnieuw paraat moeten staan voor de transfer naar Pisco. Het dringt stilaan tot ons door dat we al ruim 24 uur geleden geen bedstede hebben gezien en niettemin hebben we in het vliegtuig nauwelijks een oog dichtgedaan. De hotelkamer blijkt bovendien aan de drukke straatkant gelegen te zijn. Oordopjes brengen enig soelaas, maar de spanning en het vooruitzicht op alles wat nog komen moet houdt ons wakker tot bij het opstaan ..

Vrijdag 3 augustus, Pisco

Voor dag en dauw dus brengt hetzelfde minibusje van gisteravond ons naar een busstation waar we, na registratie van de bagage, voorbehouden plaatsen op de bus toegewezen krijgen. Het zitconfort in de car is behoorlijk waardoor we zelfs wat slaaptekort kunnen neutraliseren. Bij aankomst in Pisco, rond 10 uur, is het aanvankelijk niet echt duidelijk waar we moeten terechtkomen, maar even later duikt de man op die ons met zijn gammel minibusje naar hotel Las Olas brengt. Prima hotel, met zwembad, wel even buiten het centrum gelegen. We krijgen amper de tijd onze bagage te deponeren want hetzelfde busje moet ons zonder verwijl naar het haventje van Playa Chaco brengen. Een touringcar staat te wachten voor een geleid bezoek aan het Paracas natuurreservaat. De zon doet de nevels oplossen en het wordt een verrassende tocht door de glooiende duinen.

 het natuurreservaat Paracas

het natuurreservaat Paracas

Het woestijngevoel lijkt compleet, tot je onverwacht weer verrast wordt door zicht op zee. Een obligate stop even verder op, om kiekjes te nemen van La Catedral, een indrukwekkende rotsformatie aan de kustlijn. Naar verluidt zou door de aardbeving, een 12-tal dagen later, een belangrijk stuk van het ‘dak’ van de ‘kathedraal’ zijn ingestort..

 

Even later is het lunchtijd in het piepkleine maar drukke vissershaventje Lagunillas. Van op een geïmproviseerd terrasje genieten we van spijs en drank, van de bedrijvigheid, van het uitzicht en van een vakantiegevoel dat nu volkomen lijkt.

’s Avonds is het van het hotel een flinke wandeling naar de Plaza de Armas om er in de buurt een restaurant te vinden. We realiseren ons voor het eerst dat het wintertijd is in Peru, dat de avonden behoorlijk fris zijn en dat er weinig ‘binnenskamerse’ laat staan verwarmde eetgelegenheden te vinden zijn..

Zaterdag 4 augustus, Islas Ballestas, Ica, Nasca

Wederom vroeg uit de veren want om 7.30 u. staat alweer datzelfde busje voor de deur dat ons opnieuw naar Chaco brengt. We krijgen reddingsvesten om en schepen in op snelle boten (ca 24 passagiers) die ons in ongeveer een half uur door de kilte van de mistige morgen tot bij de Islas Ballestas, zeg maar Guano-eilanden, brengen.

Tot in een niet zo ver verleden werden hier dikke lagen shit van de rotsen geschraapt, verscheept en tot in ons land als prima meststof verkocht. Nu is het nog een paradijs waar duizenden meeuwen, jan-van-genten, zeeleeuwen en een kleine kolonie Humboldtpinguins zich thuis voelen.

Beslist het uitstapje waard, maar vergeet je windvest niet!

Eens terug aan wal is het even wachten op de touringcar die ons naar Nasca moet brengen.

Het is leuk meegenomen dat er onderweg een aantal bezienswaardigheden op het programma staan waar de gids ons telkens enthousiast rondleidt.

Om te beginnen El Catador, een der belangrijkste wijnhuizen in Peru (en ze zijn er niet zo talrijk), waar ze ook de populaire Pisco distilleren. (Je zult op elke menukaart ongetwijfeld de Pisco Saur aantreffen, een cocktail op basis van ijs, tot schuim opgeklopt eiwit, limoensap en of course een flinke scheut Pisco. Het moet gezegd we hebben ooit aperitief met minder allure geproefd..).

Ook het bezoek aan het bescheiden Museo Regional de Ica was een opsteker omdat het een interessant beeld biedt van het pre-Inka-tijdperk. Tenslotte was het ommetje langs Huacachina een echte Aha-erlebnis !

 de oase van Huacachina een 4/4  duinbuggy  

Tussen de hoge zandduinen duikt plots een heuse oase op, compleet met palmbomen, gazons, bloemen en een lagune. Dit oord is blijkbaar erg in trek bij de jongelui die de hoge steile duinen opklauteren en op skiboard naar beneden duiken.

Het is al donker als we rond 18.30u. de uitkijktoren bij de Nasca Lines passeren en even later de stad binnenrijden.

Zondag 5 augustus, Nasca

Allen het mannelijk deel van het gezelschap, mijn broer en ikzelf dus, voelt zich geroepen om de veelbesproken Nasca Lines van uit de lucht te observeren. Rond 9 u. brengt een busje ons naar de luchthaven, maar pas om 11 u. kan onze vlieger de lucht in. De piloot put zich uit en wringt zich letterlijk in alle bochten om zijn vijf passagiers geen lijn te de colibrifiguurlaten missen… Na een vlucht van 30 minuten stappen we uit, bleekjes en met knikkende knieën. Zij die genoegen nemen met de fotografische luchtopnamen van de bewuste Lines hebben misschien niet helemaal ongelijk..

De rest van de dag proberen we aan het zwembad en in de binnentuin nog te genieten van de karige zon, want vanaf 17 u. verdwijnt ze vrij snel en dan biedt het overigens fraaie Alegria Hotel nog weinig knusse ruimten. Het is dan ook wachten tot om 23 u. de nachtbus naar Arequipa vertrekt. Deze zit behoorlijk vol, maar de beenruimte is o.k. We slagen er in enkele uurtjes al slapend te overbruggen tot we ’s morgens willens nillens gewekt worden door ’n veel te luide dvd .. en een goedbedoeld ontbijtpakket

Maandag 6, dinsdag 7 augustus, Arequipa

We arriveren rond 9.15 u. aan de Casa Andina. In dit fraaie hotel krijgen we evenwel kamers toegewezen in een kelderverdieping, quasi zonder invallend zonnelicht. Op onze vraag naar beter gelegen kamers wordt zonder morren ingegaan, al moeten we dan wel wat wachten tot ze zijn schoongemaakt.

We maken voor het eerst kennis met het verschijnsel coca-tea. (Arequipa ligt reeds op een hoogte van 2353 m). In elke ‘hooggelegen’ hotellobby tref je een grote thermos heet water aan met daarnaast een voorraad gedroogde cocablaadjes. Je wordt dus uitgenodigd dit bittere drankje zelf te brouwen, à volonté, om het ongemak van de ijler wordende zuurstof te bestrijden.. We hebben dit flink volgehouden en gedwee de koffie genegeerd, want alle geraadpleegde bronnen beweren dat het helpt..

Na een laat maar copieus ontbijt trekken we de straat op en arriveren al direct op de Plaza de Armas. Zonder aarzelen: de mooiste! Er is geen stad of dorp in Peru die geen Plaza de Armas heeft, en steevast hoort daar een kerk of kathedraal met twee statige torens bij, maar nergens zagen we een mooier aangelegde ontmoetingsplaats dan in Arequipa. Rondomrond een dubbele galerij waar het boven op de terrasjes zalig verpozen is, en op het plein, rond de fontein, onder de bomen, wemelt het de godganse dag van rondkuierende mensen. Het lijken de Ramblas wel..

Het Santa-Catalina klooster

Het blijkt geen probleem onze twee dagen Arequipa zinvol te vullen.

Wat je naar mijn gevoel in geen geval mag missen: La Compaña**, jezuïetenkerk met een unieke voorgevel en rijkelijk versierde altaren. Mits betaling kan je ook de mooi gerestaureerde Ignatius-van-Loyola-kapel bezoeken (let op de prachtige koepel). Aansluitend het kloosterpand met merkwaardige zuilengalerij. Ook de San Domingo-kerk** is een bezoek meer dan waard (unieke reeks apostelen) en voor het indrukwekkende Santa-Catalina klooster** trek je best, onder leiding van een gids, enkele uurtjes uit!

Geld wisselen kan in Arequipa geen probleem zijn: wisselkantoortjes bij de vleet rondom de Plaza. Het lijkt ons echter weinig zinvol (in tegenstelling met wat in de gidsen wordt aangeraden) thuis eerst euro’s in dollars om te zetten. Euro’s worden hier evengoed correct omgewisseld. (Voordeliger koers dan in de luchthaven!). Bovendien staan op vele plaatsen (hotellobby’s bv.) ATM’s opgesteld waarmee je zowel soles als US-dollars uit de muur haalt.

Woensdag 8 augustus, Arequipa - Cabanaconde

We worden om 8.15 uur aan het hotel opgewacht door Jesus en Walter die ons in opdracht van Giardino Tours respectievelijk als gids en chauffeur de volgende dagen in de Colca Canyon zullen begeleiden. Maar eerst, zo waarschuwt de gids, moeten we een pas van bijna 5000 m overschrijden. Hij raadt ons aan voldoende water te drinken en ‘coca-snoepjes’ te kauwen. We krijgen dan ook prompt de kans er een voorraad van op te slaan in de eerstvolgende buurtwinkel.

Dan begint een langzame klim doorheen schrale, kale hoogvlakten. Af en toe bespeuren we in de verte een kudde vicuñas, een kleine soort wilde lama die alleen op grote hoogte gedijdt, heel gracieus en gegeerd om hun superieure wol. Rond 12 uur bereiken we Hatapampa, 4910 m boven de zeespiegel. Alleen al in en uit het busje klauteren doet je naar een tweede adem snakken. Wie daar blijkbaar geen last van hebben zijn de tientallen fraai uitgedoste vrouwen die hun kleurrijke alpacawollen producten daar blijkbaar elke dag komen uitstallen. Voor een prikje ben je beschermd tegen schrale wind of kille avonden en je krijgt er ‘n gratis glimlach bij van een dankbare indiaanse schone..

op weg naar Hatapampa

Dan volgt een snelle afdaling naar het stadje Chivay (3640 m) waar we lunchen. Na een bezoekje aan de plaatselijke markt rijden we de Colcavallei in, langs armoedige dorpjes genesteld in prachtige panorama’s. Je houdt het niet voor mogelijk dat de ontelbare terrassen al eeuwen geleden, vaak op onmenselijk steile hellingen, door noeste Inca’s werden aangelegd. Nog steeds blijken ze de beste garantie tegen erosie te zijn.

Rond 16 uur laat de gids ons al eens kijkje nemen bij de Mirador Cruz del Condor. We kunnen nu rustig genieten van de lage vlucht van enkele condors die hun slaapplaats in de rotswanden beneden ons opzoeken. Het zal er morgenvroeg heel anders aan toegaan als honderden toegestroomde toeristen er zich zullen verdringen om een glimp op te vangen van de eerste vlucht van de ontwakende condors.

Overnachten doen we in de bescheiden Possada del Conde van Cabanaconde  waar we, voor het slapen gaan, nog vergast worden op de schallende dansmuziek van enkele fanfares die feestend door de straten trekken.

panorama vanuit Chivay

Donderdag 9 augustus, Colca Canyon

Als we rond halfnegen aan het Condorkruis aankomen is het zoeken naar een geschikt uitkijkplaatsje tussen de voorspelde massa mensen, waaronder we – wellicht even voorspelbaar – heel wat taalgenoten herkennen. Af en toe offert een condor van dienst zich op en beloont ons geduld met een sierlijke solovlucht hoog boven onze hoofden.

Om 10 uur ebt de mensenmassa weg en gids Jesus begeleidt ons bij een wandeling langs de rand van de 1200 m diepe canyon, maar vestigt ook onze aandacht op de hoog in de rotswand verscholen Inkagraven en de eeuwenoude cactussen. Een eind verderop wacht het busje ons op en brengt ons tegen lunchtijd weer naar Chivay.

In de buurt ligt Coparaque (3519 m, 1000 inw.) en dat is ons eindpunt voor vandaag, want daar ligt La Casa de Mamayacchi, een knap ontworpen lodge met prachtig vergezicht en gegarandeerde sunset.

panorama vanuit de Casa de Mamayacchi

In de tuin graast een mancha, een kruising tussen een lama en een alpaca, die zich als huismascotte gewillig laat fotograferen. Maar we hebben nog ruim de tijd om in Aguas Calientes te gaan genieten van een heerlijke duik in een zwembad van 30° C. Moet je doen, en gegarandeerd kan je er opnieuw een praatje slaan met iemand die je al ’s morgens bij de condors hebt begroet ..

’s Avonds, voor en na het uitstekende diner, is het in de lodge dringen om een plaatsje rond het knetterende haardvuur.

nee, geen condor, maar een getemde arend  dits is wel een flink uit de kluiten gewassen condor ..  flora bij de aguas calientes  het heerlijke warmwaterbad  zonsondergang in Coparaque

  

Vrijdag 10 augustus, Coparaque – Puno

de mancha van La Casa de Mamayacchi Onder een helblauwe lucht maar met berijmd gras onder onze voeten nemen we om 8 uur afscheid van Mamayacchi, van de mancha, en straks in Chivay ook van onze gids, Jesus. Zijn taak zit er na twee dagen voortreffelijk gidsen op en hij keert terug naar Arequipa. Walter, de chauffeur, rest nog de taak ons naar Puno te brengen.

Eerst moeten we opnieuw de vallei uit en een flink stuk terug, richting Arequipa, over de pas van 4910 m. Op dezelfde plek als tijdens de heenreis (er is ook geen andere keuze ..) stoppen we voor another cop of coca-tea. Dan gaat het oostwaarts, richting Titicacameer.

Lagunilla de Santa Lucia

Even voor Santa Lucia bereiken we opnieuw een pas (4420 m) vanwaar we een puik uitzicht hebben op de Lagunillas. Deze meren worden gevoed door de Andesgletsjers en zorgen voor de (drink)water­bevoorrading in deze kurkdroge gebieden.

Even later passeren we Juliaca, een drukke en dichter bevolkte stad dan Puno, maar waar overigens niks te beleven valt. Om 13.30 uur zijn we in Puno, een stad wiens verleden onlosmakelijk met het Titicacameer is verbonden. Niettemin is van het koloniale patrimonium niet zo veel bewaard gebleven, evenmin als van het interieur van de kathedraal trouwens. Na de lunch kuieren we wat rond en besluiten dan maar Manco Capac met een bezoekje te vereren. Ze bedachten deze Incaleider met een reuzengroot standbeeld op de Cerrito de Huasjapata, een heuvel aan de stadsrand. In ruil voor de klimpartij word je beloond met een fraai uitzicht over de stad en het Titicacameer. We besluiten onze wandeling met een bezoek aan de overdekte markt. We kregen immers de tip morgen niet met lege handen aan te komen bij ons gastgezin op Amantani.

Beladen met suiker, bloem, kaas en een ananas er bovenop keren we terug naar ons hotel

Zaterdag 11 augustus, Uros, Amantani

Nadat we onze bagage in het hoteldepot hebben achtergelaten – we nemen alleen het nodige in onze rugzak mee voor de overnachting – worden we rond 8 uur onder de hoede van Pedro (van Suri Explorers) naar de haven gevoerd waar we onder leiding van een gids inschepen in wat we niet bepaald als een blits yacht zouden kwalificeren. Het bootje biedt plaats aan 20 à 30 passagiers, met zowel een gesloten kajuit, daarboven een open zonnedek en ook nog een open achterdek, zodat je beschutting kunt zoeken tegen zon en/of wind. Aan een gezapig tempo gaat het eerst richting Uros-eilanden. Voet aan wal zetten op zo’n vlottend eiland geeft hetzelfde gevoel, vermoed ik, als voor het eerst in een waggelend springkasteel stappen.

De vlottende Uros-eilanden

De gids geeft omstandig toelichting over de tradities en leefgewoonten van de Uros-indianen maar ook over de technieken die ze gebruiken om hun vlottende nederzettingen in stand te houden. Echt wel een beklijvend moment!

Om 10 uur begint de drie uur durende overtocht naar onze eindbestemming voor vandaag: het eiland Amantani. In het haventje worden we opgewacht door de plaatselijke bevolking en de gids regelt en bemiddelt de toewijzing aan een gastgezin. De zussen Celi & Flora zijn merkbaar opgetogen met onze giften in natura en begeleiden ons in gestrekte draf de helling op naar hun woning.

We krijgen er de twee beste kamers toegewezen, netjes voorzien van bedden, beddegoed en nachtspiegel. We genieten zelfs van de luxe van een spaarlampje, gevoed door een combinatie van zonnepaneel en batterij. De sanitaire voorzieningen evenwel, zijn in een niet operationele afwerkingsfase blijven steken. De aanwezigheid van de nachtspiegel onder ’t bed is dus niet toevallig.

Voor de lunch en het avondmaal schuiven we aan in hun donker en benepen keukentje dat vermoedelijk ook opgenomen is in een renovatie-termijn-planning. Welwillend proeven we van hun bescheiden maar gul en zorgzaam klaar gemaakte maaltijden.

De gids spoort ons aan om van de zonsondergang te gaan genieten op het hoogste punt van het eiland, en we beginnen met goede moed aan een vermoeiende klim - de hoogte van bijna 4000 m laat zich immers voelen! We wachten niet tot het helemaal donker is om onder begeleiding van onze hospita terug af te dalen. De nog geplande festiviteiten op het eiland laten we aan ons voorbijgaan want we verkiezen vroeg onder de wol te kruipen.

zonsondergang op Amantani   zonsondergang op Amantani

Zondag 12 augustus, Amantani, Taquile, Puno

We zijn vroeg uit de veren want straks om 8 uur worden we al in de haven verwacht. Maar eerst worden we door Flora (of is het Celi ?) op een pannenkoekenontbijt vergast. We nemen afscheid van de gastgezinnen die opnieuw met zijn allen naar de aanlegsteiger zijn afgezakt. Na een uurtje varen meren we aan in Taquile.

Een leuke wandeling, geleidelijk omhoog langs de kust, brengt ons naar het centrale dorpsplein. De gids weidt breed uit over de inheemse samenleving die traditioneel stoelt op een strakke hierarchie, wederzijds dienstbetoon, hand- & spandiensten voor het openbaar nut, en .. een nog steeds gecultiveerd machismo. En vergis u niet, de typische puntmutsen die de mannen dragen zouden niet indiaans maar Catalaans van oorsprong zijn .. In tegenstelling met Amantani is er op Taquile horecabedrijvigheid zodat we niet op onze honger moeten blijven zitten. Na de lunch steken we de heuvelrug over en diep onder ons ligt het haventje waar onze boot ons nu opwacht. Het wordt een steile afdaling langs een slingerende trap van, naar verluidt, 550 treden. We mogen er niet aan denken dat ze de wandeling ook andersom hadden kunnen plannen ..

Dan wacht ons weer de oversteek naar Puno. Gelukkig is de kille wind van gisteren gevallen zodat we lekker van de zon kunnen genieten op het achterdek. Maar (over en weer) twee maal drie uur varen duurt lang, dus kan je maar beter wat lectuur in je rugzak meenemen.

’s Avonds, terug in Puno, genieten we van een lekker en stevig avondmaal in Apu Salkantay (jr Lima, 425).

Maandag 13 augustus, Puno – Cusco

Om halfacht reeds de bus op voor Cusco. Gelukkig wordt de lange rit regelmatig onderbroken door geprogrammeerde haltes. Een eerste maal stopt de car bij het Pucarà museum waar pre-inca-sculpturen worden bewaard. Om halftwaalf bereiken we de Abra la Raya, een pas van 4312 m, waterkeringspunt tussen het Titicaca- en het Amazonegebied, en derhalve ook de grens tussen de regio’s Puno en Cusco. Prachtige vergezichten op de Garabayabergketen.

Garabaya

Na een (inclusieve) lunch in het stadje Sicuani volgt een bezoekje aan La Vicuñita, met obligate volksdans en dito muziek, kinderen die een cent verdienen door te poseren met onverstoorbare lama’s en jonge alpaca’s en uiteraard weer een uitgebreid aanbod van veelkleurige wolproducten en toeristische snuisterijen.

Veel verrassender is het bezoek aan de tempelruines van Raqchi.

Hoewel niet of nauwelijks vermeld in de toeristische gidsen is dit complex beslist een ommetje waard. (Al verbleekt de herinnering natuurlijk, eens je de Machu Picchu hebt gezien).

Pre-Inca-sculptuur Raqchi Raqchi Raqchi

Maar een must is zeker de St-Pieterskerk van Andahuaylillas, die terecht de Sixtijnse kapel van de Andes genoemd wordt. Prachtige fresco’s en schitterende plafonds. Helaas moet je de restauratiestellingen rondom het hoofdaltaar tijdelijk voor lief nemen en is fotograferen niet toegestaan. Er is wel een degelijke brochure met foto’s en uitleg te koop aan de ingang.

Even voor zonsondergang arriveren we in Cusco, aan hotel Inkarri. Een stijlvol gerestaureerde Quinta waar we heel gastvrij worden onthaald, maar waar het comfort van de mooie ruime kamers aan de straatkant door het permanente geraas van het drukke verkeer wel tegenvalt. Als we van ons bezoek aan Machu Picchu naar Cusco terugkeren, zullen we bescheidener maar rustiger kamers toegewezen krijgen, gelegen aan de binnenkoer van het hotel.

Dinsdag 14 augustus, woensdag 15 augustus, Cusco

 We hebben tijd zat om rustig de stad te verkennen, en waar kan je dan beter beginnen dan aan de Plaza de Armas?

Bij de kathedraal is een ticket te koop (36 sol.), een zgn. religieus circuit van vijf hoogtepunten: Vooreerst La Catedral ** die in feite drie in elkaar vervlochten kerken omvat, waar je heerlijk kunt in ronddwalen. Bewonder het rijkelijk zilveren interieur maar zeker het unieke koorgestoelte, prachtig uit cederhout gesneden. Aan hetzelfde plein troont ook de jezuïetenkerk La Campaña** met een schitterend hoofdaltaar. Neem ook even de trap naar het doksaal en klim nog wat hoger naar de toren: je wordt beloond met een uniek uitzicht op de Plaza.

Ook een bezoek aan het Palacio Arzobispal** mag je niet overslaan: een unieke verzameling religieuze schilder- en beeldhouwkunst. Een vierde hoogtepunt: het Convento de Santo Domingo, het dominicaner klooster gebouwd op de fundamenten van wat ooit de meest prestigieuze tempel van de Inca’s was: Qorikancha.** De vijfde locatie van het circuit is de St-Blasiuskerk met de legendarische preekstoel*. We kunnen hier bezwaarlijk alle motieven aanhalen die een bezoek aan de vermelde plaatsen meer dan de moeite waard maken: daarvoor verwijzen we naar de uitgebreide informatie die je kan nalezen in de diverse gidsen.

In heel de omgeving van San Blas is het trouwens goed toeven. Het is een kunstenaarswijk waar je, weg van de drukte van de binnenstad, leuke winkeltjes en een aantal gezellige restaurants vindt (o.m. Pachapapa, rechtover de kerk, ’s avonds best reserveren!)

Rond 18 uur (woensdag 15 aug.) was ook in Cusco de aardschok die aan de kust van Pisco en Ika 7.9 op de schaal van Richter haalde, licht voelbaar. Pas dagen later echter dringt de ernst van de schade en het aantal doden (ruim 300) door in de media. Wegens het uitvallen van het gsm-verkeer kunnen we ook het thuisfront niet onmiddellijk geruststellen. Dat lukt pas een paar dagen later, want ook onze e-mails bleven wegens vakantietoestanden blijkbaar ongelezen. We prijzen ons gelukkig dat we indertijd onze vertrekdatum niet tien dagen later hebben vastgelegd, want dan zaten we nu midden in het rampgebied van de terremoto ..

Donderdag 16 augustus, Sacred Valley

Via EcoAndes Adventures hebben we voor vandaag een rondrit door de Sacred Valley geboekt. Als blijkt dat de touringcar al zonder ons vertrokken is, zet het taxibusje een full speed achtervolging in zodat we even boven Cusco toch nog kunnen overstappen.

De eerste halte is een uitgebreid bezoek aan de alom bekende markt van Pisac, en hierbij worden we vakkundig gegidst door de welbespraakte Odilia. Een door haar aangeprezen tapijtenzaak blijkt op de bovenverdieping ook wat antiek te verkopen. Een kleinood trekt er onze aandacht: een vuil stofferig kistje, bij nader toezien een huisretabeltje met albasten beeldjes, dat een mini-kerststalletje blijkt voor te stellen. Na lang en intens afbieden, kunnen we het eens worden over de prijs, en nu al prijkt het thuis op de kast, in afwachting van een grondige opfrisbeurt.

Prettig en lekker lunchen was het in Urubamba, en daarna gaat het richting Ollantaytambo voor een uitgebreid bezoek aan de Inca-site**. Daarna even terug naar Urubamba en dan volgt een klim met prachtige vergezichten tot Chinchero, waar een bezoek aan de merkwaardige kerk op het programma staat. Het vierkante marktplein lijkt wel één bont lappendeken: vele tientallen indiaanse vrouwen hebben er hun helgekleurde koopwaar uitgespreid.

Bij valavond zijn we terug in Cusco, en ’s avonds trekken we opnieuw richting San Blas om te tafelen.

Vrijdag 17 augustus, Cusco – Aguas Calientes

Weer moeten we vroeg uit de veren, want reeds om 6.15 uur worden we opgehaald om wat later in de kilte van de morgen op de bus te staan wachten. Die moet ons opnieuw naar Ollantaytambo brengen, waar we dan om 9 uur de trein opstappen naar Aguas Calientes. Het wordt een prettige treinreis die ons door steeds wisselende landschappen voert. Het valt op dat we hier voor het eerst dicht beboste hellingen te zien krijgen. We kijken verrast naar de gonzende drukte bij de aankomst in het kleine stadje. Je waant je verplaatst naar het wilde westen. Alle activiteiten lijken er zich te ontplooien op de perrons van het spoor waarlangs de treinstellen van Perurail zich om de haverklap en onder luid gebel een weg banen.

De zon breekt maar heel moeizaam door de wolken en we besluiten dan maar de warmte van de Hot Springs op te zoeken.

de treinrit naar Aguas Calientes de warmwaterbaden

Deze warmwaterbaden liggen mooi gesitueerd op zowat een kwartier wandelen van het stadje. Geen groot bad zoals in Chivay, maar verschillende kleinere naast elkaar, met een zandbodem waardoor het water er wel wat troebel uitziet.

Vandaag lijkt de mobiele telefoonverbinding terug hersteld, nadat ze was uitgevallen (lees: uitgeschakeld) na de aardschok. Verschillende SMS-jes van onze verontruste kinderen en vrienden thuis sijpelen nu door tot in de Andes..

Zaterdag 18 augustus, Machu Picchu

Vroeg opstaan zijn we onderhand gewend geraakt, dus staan we om 6 uur al aan te schuiven in de queue voor de shuttle die ons naar de Machu Picchu-site moet brengen. Iets voor 7 uur zijn we boven bij de ingang.

De zonsopgang blijft helaas achter mist en wolken verscholen. We kijken ook tevergeefs uit naar broer en schoonzus die op dit ogenblik de laatste etappe van de Inca-trail aan het afronden zouden zijn, en we besluiten dan maar op eigen houtje aan de rondgang te beginnen.

Het is gewoonweg zalig te kunnen rondkuieren en te genieten van deze unieke site. We beseffen voluit dat dit het hoogtepunt van de reis is waar we zo lang naar hebben uitgekeken en hebben het gevoel dat onze verwachtingen nog overtroffen worden. Rond halftien ontwaren we broer, schoonzus en de groep stapmaten die moe maar tevreden de Inca-trail hebben beëindigd en nu aan een rondleiding beginnen. We sluiten ons bij hen aan en ondergaan andermaal de fascinatie die deze locatie uitstraalt.

Tegen de middag wordt het snel drukker en we dalen met de shuttle terug af naar Aguas Calientes. Onderweg krijgt een jonge knaap iedereen aan het lachen door vliegensvlug het steile pad af te rennen en bij iedere ontmoeting met het busje luid krijsend te voorschijn te springen. Op het einde van de rit neemt de chauffeur hem aan boord zodat hij met de pet kan rondgaan ..

’s Namiddags vergezellen we hen die nog van de warmwaterbronnen willen gaan genieten.

Na het etentje in Indio Feliz, een Frans-Peruviaans restaurant, wacht ons om 20.30 uur de trein die ons tot Ollantaytambo moet brengen. Wie nog aan wat lectuur had gedacht is er aan voor de moeite, want de noodverlichting lijkt ook de standaardverlichting te zijn. Voor het laatste traject stappen we op een bus die ons tegen middernacht in Cusco brengt.

Zondag 19 augustus, Cusco

Het wordt een rustige dag om te kuieren, te shoppen en, wie weet, misschien nog iets leuk te ontdekken. Tegen de middag ontvluchten we de al te luidruchtige Plaza de Armas waar folkloristische stoeten met elkaar wedijveren en we gaan lunchen op de rustiger Plaza de Regocijo. Dé ontdekking van de namiddag was wel het prachtig gerenoveerde vijfsterrenhotel Monasterio aan de Plaza Nazarenas. hotel Monasterio

Dit voormalig kloosterpand (1592), annex kerk, werd door Orient Express Hotels op een voorbeeldige manier, met veel respect voor het authentieke karakter, omgevormd tot een luxueus en stijlvol hotelcomplex.

De hotelflyer leert ons trouwens dat ook de Sanctuary Lodge, vlakbij de Machu Picchu-site gelegen, tot dezelfde keten hoort. Naar onze normen niet te betalen (een kamer kost hier minimaal $ 435, in de lodge $ 605!) maar echt wel een bezoekje waard, en dat werd ons door de portiers van dienst minzaam toegestaan. En als je nog tijd en zin hebt: op hetzelfde plein vind je ook het Museo de Arqueologia Precolumbiana.

Maandag 20 augustus, Cusco-Lima

Eens moest het er van komen: de laatste dag Peru .. Om 5.30 uur vertrek naar de luchthaven, take-off om 7.30 uur. Minder dan een uur later staan we in Lima terug bij het San Agustin Colonial Hotel waar we drie weken eerder onze reis begonnen. Hoewel we deze avond al terug het vliegtuig op moeten, hebben ze hier toch voor ons een kamer voorzien: great !

Ons laatste programmapunt is a guided city tour. Een jongeman, Oscar Oviedo, neemt deze taak met toegewijde deskundigheid op zich en brengt ons eerst langs de Adobe-piramides (200-400 na Chr.), dan langs de sjieke hacienda’s en eeuwenoude olijfbomen van de San Isidro-wijk tot in de oude binnenstad.

een gerestaureerde Adobe-pyramide  San Francisco   cederhouten loggia op de Plaza de Armas 

Op de Plaza de Armas, hoe kan het anders, vergapen we ons aan de prachtige gevels van het koloniale verleden, het schitterende aartsbisschoppelijk paleis, de opvallende mooi gerestaureerde houten loggia’s. Ten slotte krijgen we een uitgebreid bezoek aan het Monasterio San Franciso** (nu een museum), inclusief de befaamde oude bibliotheek en de merkwaardige knekelverzameling in de crypte.

Tegen de middag brengt de gids en het busje ons terug richting Miraflores waar we op een leuk plein een terrasje vinden om te lunchen. Onderwijl.. zo mooi kan je ze zelf niet poetsen .. monstert een schoenpoetser onze schoeisels, oordeelt dat ze dringend aan een opfrisbeurt toe zijn, en maakt er dan ook vakkundig werk van.

Het is een eindje lopen terug tot het hotel, waar we nog alle tijd hebben om een siesta mee te pikken.

Vóór het laatste avondmaal op Peruviaanse bodem maken we een inventaris van wat er nog aan soles in de portemonnees steekt. Opgelucht stellen we vast dat een laatste Pisco Saur er nog best af kan.

We worden tijdig naar de luchthaven gevoerd, en dat lijkt geen overbodige voorzorg want het is er behoorlijk druk zodat inchecken en bagagecontrole heel wat tijd in beslag nemen. Even na midddernacht vertrekt onze vlucht, richting Atlanta.

Dinsdag 21, woensdag 22 augustus, Atlanta en weer thuis

AtlantaHet is ongeveer 8 uur als we aankomen in Atlanta. We hebben quasi een hele dag voor ons, want de terugvlucht is pas rond 18 uur. Het is even zoeken hoe je in zo’n reusachtige luchthaven de weg naar buiten vindt. Een automatisch gestuurde shuttletrein brengt ons uiteindelijk naar een busstation. Het is weer volop zomer: rond de 36°C (we hadden in Peru wekenlang hooguit 20 à 22°C).

We kiezen daarom, een beetje op goed geluk af, voor de rustige, lommerrijke omgeving van de botanische tuin. Bovendien vinden  we tegen de middag,  in de buurt van een immens sportterrein,  tot onze voldoening een toffe

lunchgelegenheid, Engels geïnspireerd, met een terrasje waardoor het wachten op de terugkeer wat korter lijkt. Terug in de luchthaven is het uiteindelijk toch nog heel wat tijd doden eer we het vliegtuig op kunnen, richting Europa.

En zoals vaak, op het eind van een verre, lange reis, borrelen dan spontaan die mooie, melancholische verzen van Joachim du Bellay naar boven:

Heureux qui, comme Ulysse, a fait un beau voyage,
Ou comme cestuy-là qui conquit la toison,
Et puis est retourné, plein d'usage et raison,
Vivre entre ses parents le reste de son âge !

Start Peru Far West Zuid-Afrika Cappadocia Montreal-les-S.

22/10/2022 © Raf van der Donckt