{wijs de foto's aan voor toelichting
- klik ze aan om
ze te vergroten}
Een bruiloftsmaal uit grootmoeders tijd.. Dat mag je letterlijk nemen, want
voor ons ligt de menukaart van het bruiloftsdiner van onze
grootouders Jozef Thomaes en Lea
Persoons.
Plaats van gebeuren: Tildonk, dinsdag 19 september 1911.
Als je hier klikt kom je te
weten dat de bruidegom, als oudste uit een landbouwersgezin er
voor gekozen had een handel op te zetten in landbouwmachines .
Gaandeweg was hij de belangrijkste verdeler geworden van de
melkontromers Persoons. En ja, de bruid was een zus van de
broers Jules en Alfons Persoons, die in ruim tien jaar tijd van
die zelf ontworpen melkontromer een erg succesvol marktproduct
hadden gemaakt.
De familie Persoons was met andere woorden op korte tijd
uitgegroeid tot een welvarende familie die alom aanzien genoot.
Het lijkt me dan ook evident dat we vanuit dat perspectief deze
rijkelijke en overvloedige spijskaart moeten interpreteren.
Als we dit uitbundig bruiloftsmaal van niet minder dan elf (11
!) gangen bekijken met de ogen van onze huidige generaties -
opgegroeid met fast-food en snelle-hap-recepten - dan hebben we
vlug de neiging ons ongemakkelijk te voelen bij zoveel overdaad.
En toch was uitgebreid tafelen in die tijd niet zo uitzonderlijk.
We herinneren ons spijskaarten te hebben gezien van galadiners
van Leuvense studentenverenigingen die op gebied van
gastronomische kwaliteit en kwantiteit, in niets moesten
onderdoen met wat nu hier voor ons ligt.
Vanzelfsprekend is dit menu opgesteld in de taal van Auguste
Escoffier, de culinair expert van die tijd. Dat neemt
echter niet weg dat sommige benamingen van enkele gerechten wel
wat toelichting verdragen: Van de consommé vermoeden we
dat hij 'getrokken' is op basis van kalf, kip en varken. Bij de
'Croustades' moeten we ons kleine pasteitjes
voorstellen met een vulling van zeetong. Volgt ossenhaas met de
nog immer populaire 'pommes duchesse'. Als
tussengerecht volgt 'gepekelde selder' (Om dorst op te wekken?).
Dan komt eindelijk de klassieker die (zonder uitzondering) al
onze communiefeesten nog opfleurde: Kalfszwezeriken!
Voor de gelegenheid in jagerssaus. Op welke
canapé de patrijsjes rusten is niet meteen
duidelijk, noch welk mooi uitzicht de hoenders ons te bieden
hebben. Maar we verliezen de moed niet, want na de bruidstaart,
ijsroom en fruit volgt nog een dessert!
En dan, (vermoedelijk) was er koffie!
Onvermijdelijk zullen rustpauzes tussenin er voor gezorgd hebben dat het
stilaan al 'tegenaan de zessen' was, en dat er belegde broodjes
voorzien waren voor wie nog een 'klein hongerke' voelde aankomen...
Elke genealoog wil wel eens speuren naar gebeurtenissen uit het verleden waarbij
familieleden vermeld worden of betrokken zijn.
Dat kan nu via de website "Het Archief - Nieuws van de Groote Oorlog"
waarbij een zoektocht in kranten van die tijd verrassende vondsten kan opleveren.
Daarvan vind je hiernaast een paar leuke voorbeelden .
Het eerste knipsel leert ons dat ons grootvader Thomaes wanhopig op zoek was
naar zijn verloren gelopen 'Groenendaler', uitgerekend op de dag dat zijn
dochter (ons moeder/oma) geboren werd: 6 sept. 1914.
In het tweede berichtje informeren 2 families, gevlucht uit Tildonk voor de
inval van de Duitsers, naar nieuws van het thuisfront. Ze logeren op het Neerhof, bij onze
(bet)overgrootvader, Leo Thomaes ..
Doe zelf de proef, klik hier, en vul bovenaan een naam in ..
(De Scheldegalm
06-09-1914)
(Het Volk, 28-09-1914)
Het leven zoals het was ..
binst den Grooten Oorlog
Ook dit
vergeeld en gekreukt stukje Thomaes-archief
wilden we u niet onthouden. Een doodgewone briefkaart
nochtans, en op het eerste gezicht een banaal kattebelletje. Maar met
intrigerende adressering en datum (20-03-1916). En een opdruk: Postkarte
met zegel van het Deutsche Reich. De afzender blijkt een bezorgde
(over)groottante te zijn, Marie Thomaes, die andermaal een poging
doet om
Jozef, haar oudste broer, onze maternele [over-]grootva te bereiken. Blijkbaar
niet evident in oorlogstijd. (Bemerk de rechthoekige censuurafstempeling
hiernaast).
Maar we waren evenzeer geboeid door de inhoud: het bleek bij nader
toezien een pareltje van informatie. Met een verzorgd handschrift (dat een kostschoolopleiding verraadt) weet tante
Marie op die minimale ruimte een hele resem nieuws-items aan te snijden.
Voor een goed begrip: Marie Thomaes
was de oudste halfzus van ons opa, en dus de eerste van de 10 kinderen
die Leo Thomaes had bij zijn 2de vrouw, Marie-Louise van Oostende.
Zij was 28 in 1916. Een jaar later, in mei 1917, stierf vader Leo, en in
oktober 1918 sneuvelde haar broer Charles. Wellicht heeft ze mee de
zorg voor hoeve en huishouden op zich genomen, want haar overblijvende
broers waren toen nog tieners. Is ze om die reden nooit getrouwd ? Ze
stierf in 1938, amper 47 jaar oud, vier jaar eerder dan haar bejaarde
moeder.
Maar lees met ons mee, en in marge geven we toelichting waar nodig:
Wannegem-Lede den 20e-3a-16
Zeer Beminde Broeder en Zuster
Ik denk dat ons twee laatste kaarten zeker
niet zullen terecht gekomen zijn aangezien wij geen woordje van u
krijgen.
Hoe ga[at] het bij u van de kost, naar men hier zegt is het bij u
duur leven.
Wij zijn hier ook op een vleeschrantsoen gezet en de boeren mogen
ook geen varkens meer slachten aangezien alles overgegeven is en
wanneer een koe kipt of een zoog viggerd moet ge dit gaan overgeven.
Hoe is het met de kleine Julia?
Wij zijn God dank allen gezond tenzij wij een beetje van den
influenza hebben, elk op zijnen toer, maar met een weinig geduld is
dat nogal gauw gepasseerd.
Gisteren hebben wij de haastige dood vernomen van Kozijn Leo Van Den
Abeele, rustend pastoor te Oostakker, ten gevolge van een attaque.
Over veertien dagen hebben wij de complementen ontvangen van Charles
door J. van Ostende in Duitschland, die er tijding van ontvangen had
dat het met hem nog altijd goed gaat.
Hopende dat dit schrijven u mocht goed toekomen verwachten wij een
spoedige antwoord.
Uw toegenegene Zuster, Marie
We weten dat
opa Thomaes lange tijd met zijn gezin op diverse plaatsen in
Wallonië heeft verbleven. Als vertegenwoordiger van
landbouwmachines en melkontromers voor de firma Persoons was het
zuidelijk deel van ons land toen zijn werkterrein. In 1916 verbleef
hij in Bersillies-l'Abbaye, tegenaan de Franse grens, waar hij
blijkbaar logeerde bij ene mijnheer Overtus, ons verder niet bekend.
De
bezorgdheid van zijn zus was zeker niet verwonderlijk gezien de
voedselschaarste en -rantsoenering tijdens de eerste WO.
Kippen
is een Oost-Vlaamse variante voor kalven, en viggeren/viggenen
voor biggen werpen. 't Is maar dat je het weet..
De kleine
Julia is - voor wie het zou ontgaan zijn - ons moeke/oma, op dat
moment anderhalf jaar oud!
Merkwaardige
vaststelling dat blijkbaar toen in ons land al een griepepidemie
rondwaarde. Amper twee jaar later zal de Spaanse griep immers een
nog gruwelijker dodentol eisen dan de net afgelopen Groote Oorlog.
Pastoor Leo
Van den Abeele was een neef langs grootmoeder Cornelis. Van deze
welstellende heeroom is het zilveren tafelbestek nog steeds in
familiebezit, als ik me niet vergis ..?
De tussenpersoon, Jozef van Oostende, langs wie nieuws vernomen werd
over hun broer Charles, vrijwilliger aan het
IJzerfront,was een neef langs moederszijde.
Over
Charles Thomaes, vind je meer
informatie elders op deze webstek. Helaas zal de familie twee
jaar later het treurige nieuws moeten verwerken dat hij gesneuveld
was, amper een paar weken vóór de wapenstilstand.
Voor
onze neef Paul Thomaes was het een opsteker
op deze manier aanvullende info te vinden over zijn gesneuvelde oom.
.. Even oppoetsen:
François-Auguste Gevaert
Bitter
weinigen zullen deze
krasse, statige grijsaard met ascetische blik, partituur en
dirigeerstokje, kunnen verbinden met de naam hierboven. Hij lijkt trouwens
al te beseffen dat het
zijn lot is weg te deemsteren in de vergetelheid. Hij is immers niet
geïnteresseerd in u, kijker, maar lijkt eerder naar een
denkbeeldig publiek te staren.
Waarom we deze musicus, ooit befaamd en met lof en eer overladen, hier
ten tonele opvoeren?
Wel, vooreerst vanuit een stukje jeugdsentiment: hij is een
geboren en getogenHuisenaar. Dat wisten we al als knaap: we lazen het op de
koperen gedenkplaat die aan de gevel hing van zijn geboortehuis achter de kerk.
En
de onderwijzers in de dorpsschool lieten niet na dit te vermelden
telkens ze ons Naar Wijd en Zijd lieten zingen, het huldelied aan
onze toenmalige kolonie, door hem op muziek gezet.
Het tweede
argument is dat hij ooit een grote meneer was in onze nationale
muziekwereld.
Geboren in de zomer van 1828 in een modest middenstandersgezin, werd zijn
muzikale aanleg al vlug opgemerkt door zijn oom koster-organist en als
dertienjarige trok hij al naar het Gents conservatorium. In 1847 won hij
de prestigieuze Romeprijs, kon met de daaraan verbonden studiebeurs
naar het buitenland reizen en bleef enkele jaren in Parijs hangen waar hij
zelfs muziekdirecteur werd van de opera. De Frans-Pruisische oorlog deed
hem in 1871 naar Brussel terugkeren waar hij de bekende musicoloog
François-Joseph Fétis opvolgde
als directeur van het Brussels conservatorium. Beïnvloed door zijn
verblijf in het buitenland en onder druk van zijn officiële functie,
keerde hij helaas wel de Vlaamse muziekbeweging de rug toe, al was hij
aanvankelijk een bondgenoot van Peter Benoit.
Een vrij uitgebreid en boeiend
relaas van Gevaert's leven en carriëre moet je beslist eens nalezen op de
webstek van Het Studiecentrum voor de Vlaamse Muziek,
of (heel wat bondiger) op Wikipedia.
De
derde aanleiding: in de aanloop naar Kerstmis, eind vorig jaar,
kwamen we door een
nieuwsbrief van het A.N.Z. op het spoor van een CD
integraal gewijd aan onze meester. (De hoes en het bijhorend boekje
leverden ons trouwens de fraaie beeltenissen uit 1906 van de hand van ene Jacques
de Lalaing). De liefhebbers die meer wil te weten komen over
deze begerenswaardige CD met o.m. zijn Grand'Messe de Noël, kunnen
terecht op de website van
Fuga Libera. Je kan er de CD downloaden
of bestellen of er een fragment van beluisteren.
Frans August
Gevaert speelde ook als musicoloog een vooraanstaande rol en
publiceerde gezaghebbende bijdragen over oude muziek maar ook over Bach,
Glück en co.
Op 24
december 1908 sterft hij te Brussel, 80 jaar oud. Het jaar
voordien was hij, als kapelmeester van Leopold II, tot baron geadeld.
Banden met zijn geboortestreek waren er vermoedelijk al lang niet meer.
Alhoewel .. Ik meen me uit mijn jeugdjaren te herinneren in de kerk te
Huise een gedenkplaatje te hebben gezien waarop te lezen staat dat hij
de milde schenker is van de grootste baspijp van het orgel. Wellicht was
dat rond 1889 toen de kerk ingrijpend gerestaureerd werd.
En toch
kunnen we het niet laten ook zijn sterfdatum ergens als een aanknooppunt
te beschouwen. 1908 is immers ook het jaar dat onze pa/opa werd geboren - hij was toen
op die kerstavond een ukje van net geen vier maand
oud. En precies op die dag vierde Jozef Thomaes, later onze bompa, zijn 24ste verjaardag.
Inderdaad, precies 60
jaar geleden, tijdens de Goede Week, stonden in de
parochiekerk van Huise twee glimmende klokken geduldig te wachten. Nee
niet - zoals men ons wijsmaakte in onze kleutertijd - om naar
Rome te vertrekken en eieren te gaan halen, maar wel om plechtig
gewijd te worden en dan hoog in de toren te worden gehesen.
Ook de
(meeste) parochianen van Huise keken er naar uit : eindelijk weer
eens onder feestelijk klokkengebeier ter kerke gaan. Dat was immers van in de oorlogstijd geleden. De vijandelijke
bezetter had toen hun geliefde klokken geroofd en tot verfoeilijke
kanonnen omgesmolten. Tegen beter weten in, want als diezelfde vijand
nauwlettender had meegeluisterd, had hij het morrend volk kunnen horen
mompelen: Wie met klokken schiet, wint den oorlog niet !
Nu stond het brons daar weer: grotendeels gerestitueerd
door de herstelbetalingen, maar ook dankzij de vrijgevigheid van de
parochianen en een aantal gulle sponsors. Het jaar voordien, op 6 mei
1948, was reeds
de grote hoofdklok (foto hieronder) gewijd en ingeluid. Hoofdsponsor en
meter bij de wijding was toen
mevrouw
de burgemeester, Agnes della Faille d'Huysse.
Nu, Paasdag,
17 april 1949 was de uitgelezen dag om het oorspronkelijke klokkentrio
weer in eer te herstellen. Met twee flink uit de kluiten gewassen bellen.
De grotere zouUrbanus
heten (naar
de tweede patroon van de
kerk, een paus-martelaar) en voor de kleinere werd geopteerd voor de
naamAdalardus.
Deze heilige is in Huise wel bekend en vereerd, want volgens de
overlevering werd hij er geboren. Hij was een neef van Karel de
Grote en
werd abt van de prestigieuze cisterciënserabdij Corbie, gelegen in het
verre Picardië. Dit belette echter niet dat deze monniken in Huise heel wat landerijen
wisten te verwerven. Ook in Bertem trouwens! (Waarom
denk je dat we in de Corbielaan zijn gaan wonen ?)
U en ik zouden van deze informatie wellicht
verstoken zijn gebleven, ware het niet dat onze ouders bovenstaande foto
ter aandenken meekregen omdat ze .. jawel .. gesommeerd werden om peter en meter
te worden vanAdalardus.
Daar stond vanzelfsprekend, zoals hoger reeds
gesuggereerd,
een financiële geste tegenover. Hoe groot dat bedrag was ben ik nooit te
weten gekomen, maar ik herinner me dat ons moeder daar 'off the record'
wel ooit zorgelijk over deed. Onze ouders hadden immers pas een forse lening
aangegaan voor het grote nieuwe Ooievaarsnest, waarin inmiddels al zeven
hongerige jongen
huisden. Maar ja, zo'n eervol voorstel weiger je niet .. Wíj waren best
fier dat onze naam nu (voor eeuwig !) in brons was gegoten. Enkele weken
later klauterden we stiekem met enkele speelkompanen tot boven in de
toren om het opschrift op 'onze' klok nog eens te gaan ontcijferen:
Me fu(n)dit
Michiels jr Tornaci
et benedicta in honorem Sancti Adalardi
patroni de loci de Huise ubi nati
Cobbaut Alphonso pastore ecclesiae parochialis
Sancti Petri et Sancti Urbani de Huise
Patrinus: Van der Donckt Robertus, medicus
Matrina: Thomaes Julia, eiusdem uxor
Gegoten werd Ik door Michiels jr te Doornik
en gewijd ter ere
van de H. Adalardus,
patroon der gemeente Huise, alwaar hij geboren werd,
door
Alphons Cobbaut parochiepastoor zijnde van
St-Pieters en St-Urbaan te Huise.
Peter: Robert Van der Donckt, geneesheer.
Meter: Julia Thomaes, zijn echtgenote
Het jaartal (fusa
anno 1948) is alleen op de grotere klok te zien.
Peter hiervan was de heer Paul De Paepe, schepen en herenboer te Huise,
gewezen senator. Zijn oudste dochter Maria Theresia is meter, mede
namens haar broers en zussen.
van onder het kolenstof
gehaald..
De
aanleiding om deze foto uit ons familiearchief
op te diepen, was de uitzending, eind vorig jaar op Canvas, van Arm
Wallonië, de boeiende driedelige documentaire over de ca. 500.000
Vlamingen die ooit naar Wallonië migreerden. Toen we in een van de
afleveringen die asgrauwe gezichten zagen defileren van de kompels die
na hun shift uit de ophaalbakken werden gedreven, ging er bij ons een
lichtje van herinnering en herkenning branden. Want ooit hebben we,
zij het eenmalig, aan den lijve kunnen ondervinden wat voor hard labeur het voor deze
mannen moet geweest zijn, dag na dag in dat stoffig inferno te moeten
werken. 't Is te zeggen, wij kwamen er even zwart uit als de echte
koolputters, maar wellicht heel wat minder afgemat. Toch een hele
belevenis: urenlang wurmden we ons onder leiding van een ploegbaas door
de smalle gangen, en alhoewel de pneumatische drilboren er werkeloos
bijlagen (het was zondag !) zaten we op een mum van tijd onder het
zwarte stof. Het was 21 april 1963 (zus Mimi wist het nog exact..). We hadden de kans
aangegrepen om met de leiding van de scouts en gidsen te Oudenaarde op
excursie te gaan naar Waterschei voor een mijnbezoek. Nee, niet de
Borinage dus, maar een van de laatste toen nog operationele Limburgse
mijnen. Enkele jaren later zal ze, evenwel niet zonder slag of stoot,
ook dicht gaan.
Maar dé reden waarom we deze prent hier graag eens te kijk zetten is het
hoge familiefotogehalte. Wie op de foto doorklikt kan
vaststellen dat er niet alleen vier vdd'kes op figureren, maar
ook ene Luk die toen al kandideerde om lid te worden van de club. En ook
Rita, plus haar broer Boudewijn van Houdenhove. Broer Ignace vertrouwde
ons toe dat die eerste ontmoeting daar diep onder de grond, de aanzet
werd tot hun later engagement, wat aan de foto uiteraard een extra
emo-dimensie geeft..
Weschreventoen
22
juni 1969 ..
Het Groot Begijnhof te Leuven
kende die dag een hoog Van der Donckt-gehalte. Daar was
een plausibele verklaring voor: die dag (al 40 jaar
geleden..) werden er in de
St-Jan-de-Doperkerk van de
studentenparochie maar liefst drie
vdd-telgen tegelijk gedoopt:
Pieter, Greet
&
Annelies.
Helena, eveneens
dat voorjaar geboren, had er in principe ook
nog bijgekund, maar wederdopen mocht (toen ook nog)
niet ..
Confrontatie
van generaties
Dat verklaart
meteen de plenaire vergadering van opgetrommelde grootouders op foto één. In feite was het me om dat
kiekje
te doen, toen ik onlangs, bij het
overlijden van oma Van Hoyweghen,
in het fotoarchief ging rommelen. Nadat
opa Van Houdenhove stierf in
maart 2007, was zij immers de enige nog levende getuige van haar
generatie. Noteer echter ook, prominent op de eerste rij aanwezig, drie vertegenwoordigers van een
nòg
oudere generatie: overgrootmoe Bergen-Peire van Annelies (+ 1970), de gemeenschappelijke
overgrootva
Thomaes (+ 1975), en de overgrootmoe Servotte-Ilegems (+ 1978) van
Pieter. Met zijn allen poseren ze voor het begijnenoptrekje waarvan
Loe en Riet toen de gelukkige bewoners waren.
Kleurig !
Daarna was de obligate
familiefoto aan de beurt. Merk op: in kleur!. Voor het memorabel moment
kon dat er wel van af. (Zwart-wit was om budgettaire reden toen nog de
standaard, en ja .. ook kleurendia's ..). Van de dopelingen is alleen
Annelies present. De andere twee doen nog een dutje. Verder tellen we de
peuters
Leen (in de armen van haar moe),
Johanna, die de wacht houdt naast Annelies, en
Els
die alleen aandacht heeft voor haar neefje
Michaël. Wie blijkbaar op het appel ontbreekt is
Wouter. Wellicht bij oma t'Huise gebleven?
Bewonder op de bovenste foto beslist ook de weelderige rode
klimrozelaar, en op de achtergrond de nostalgieke Citroën DS van
opa Van Es.
En naast het doopprentje (een genereus kadootje van de drukkerij der
H.H.Harten van de heilige pater Damiaan!) staan netjes en keurig de
kinderkoetsen en dito zitjes geparkeerd.
Een vleugje nostalgie
..
Een
klasfoto uit het begin van vorige eeuw, 1913, een jaar voor het
uitbreken van de Groote Oorlog, bijna honderd jaar geleden .. Allemaal
ukjes van 5 à 6 jaar, gedwee poserend tegen het mistroostig decorum van
een Horebeekse schoolmuur, onder het alziende oog van
ene zuster Immaculata.
Je wordt er wat stil en zelfs weemoedig van, vooral als je bedenkt dat
van deze eenenzestig levenslustige kleuters met nog een heel leven voor
zich, er wellicht geen enkel meer onder ons is. Zoals ons vader, die
inmiddels 100
zou zijn geworden ..
Vanzelf komen we dan tot de vraag : wie herkent onze
pa/opa Robert Van
der Doncktop de foto hierboven ? Vermits
toendertijd de lammetjes en de bokjes nog angstvallig van elkaar
gescheiden werden, kan je je zoektocht beperken tot de twee bovenste
rijen. En als bijkomende hint: hij is noch de blondste, noch de grootste
van de klas .. maar,
misschien/ongetwijfeld wel de slimste ..
ook
uit Tilloenk
Vermoedelijk zullen slechts de oudsten
onder ons onderstaande foto direct weten te linken. Deze zes bevallige
jongedames
uit het prille begin van vorige eeuw zijn te bewonderen op
Tilloenk
Vruger, een weblog die integraal is gewijd aan wat ooit reilde of
nog zeilt in Tildonk.Aan
deze hint moet je genoeg hebben om in de
juiste richting te zoeken.
Het zijn inderdaad de zes zusjes
Persoons waarvan je
elders op deze webstek niet alleen nog een familiefoto maar ook een
nagenoeg compleet nakomelingschap kunt terugvinden.
Niets van wat Tildonk aanbelangt ontgaat Jan Gordts, de man achter
hogervermelde weblog, maar ook auteur van menige historische publicatie
over de gemeente die hem zo nauw aan het hart ligt.
Het loont echt de moeite even naar Tilloenk
Vrugerterug te keren, (en deze aansporing is
beslist niet alleen als wederdienst bedoeld) !
Gekreukt .. maar leuk
Ook
dit is letterlijk een kiekje uit de oude doos: vergeeld,
gekreukt, intrigerend en een hoop vraagtekens .. Het enige wat we met
zekerheid weten: de vijfde man (v.l.n.r.) is (over-)grootva
Victor Van der
Donckt, in leven gemeentesecretaris van Sint-Maria-Horebeke.
De enige met hoed tussen
de vele petten. Wellicht was hij zulks aan zijn status verplicht -
casual wear wasduidelijkniet aan hem besteed.
De volumineuze décapotable biedt plaats aan 14 besnorde mannen.
(De man uiterst links tellen we niet mee, want die staat blijkbaar op de
treeplank).
Daar kunnen de hedendaagse volumewagen-constructeurs nog een puntje aan
zuigen.
Allemaal mannen dus. Dat ondergraaft onze veronderstelling dat het
kiekje misschien genomen was tijdens een reis naar Lourdes. (Als je
aandachtig toekijkt zie je een wazig berglandschap op de achtergrond).
Maar een bedevaart zonder vrouwelijk gezelschap lijkt erg onwaarschijnlijk.
Tenzij natuurlijk de mannen op excursie gingen terwijl hun vrouwen
kaarsjes brandden aan de grot.
Ook over de datum hangt een sluier van onzekerheid. Post factum heeft
ons vader op de rugzijde ' ± 1925? ' genoteerd.
Vast staat dat dit kiekje ook voor onze grootouders een leuk souvenir
was: dat vertellen de twee punaise-prikjes bovenaan ..
Lourdes ..zeker weten ! Dank zij de niet aflatende speurzin van Paul Herman, onze genealogie-correspondent uit
Horebeke, is mijn eerste veronderstelling intuitief juist
gebleken. Eerst stuurde hij me de foto links, waarop ik de torenspits van
de Lourdes-basiliek meende te herkennen. Dan kwam hij met het ultieme
bewijs aandraven: de foto hiernaast blijkt - op luttele meters na - op
dezelfde plek te zijn genomen als deze bovenaan (let op de
achtergrond)..En wat staat er op de voituur ? Juist : Lourdes.
Een greep
jeugdherinneringen
- klik de foto's aan om ze te vergroten
Huise - Dorp
In het midden het huis (met hek)
waar acht van de
tien
VdD-telgen geboren werden ..
"Het Ooievaarsnest" :
De royale woning die
va/opa
Van der Donckt
ten behoeve van zijn kroostrijk gezin en zijn artsenpraktijk
in 1947-48 liet optrekken
"het Hoveke" te Lede (Wannegem) waar
grootvaderJozef Thomaes geboren en getogen is. De foto die bij
het aanklikken verschijnt dateert vermoedelijk
van omstreeks 1887
St-Pieter & St-Urbanuskerk
te Huise
"Het Ooievaarsnest"
..
uit een langvervlogen tijd
toen er nog winters waren ..
"het Hoveke" te Etikhove waarmoeke/oma Van
der Donckt woonde
van 1976 tot aan haar overlijden in 1992
Huisekoutermolen Niet
echt een jeugdherinnering voor de meesten (hij herrees slechts midden de
jaren '70 op deze plek ), maar toch onlosmakelijk in ons geheugen
gegrift ..dankzij
Paul Bauters
(nonkel Paul voor een aantal onder ons ..)
(Klik
hier
voor de historiek van de molen)
Hoewel
het Mullem domineert, ligt het kasteel met de aanpalende hoeve nog op
Huise. Het wordt bewoond door de familie van wijlen baron
Gaston de Gerlache de Gomery
(1919-2006), poolreiziger, die het via zijn vrouw Lily erfde van haar
vader baron Georges van Oost.
(Klik
hier voor meer)