Ons
broer
zag het levenslicht in
december 1937, nog net onder het teken van de Boogschutter. Als tweede zoon
leek hij wel het bevestigende signaal te
zijn
van wat een exponentieel groeiende reeks kadeekes zou worden in het
jonge gezin van dokter Van der Donckt. Op het eerste maske was het
wel even wachten: dat kwam pas als nummer vier, amper twee en een half jaar
later. De oorlog was net een maand oud. Toen we in mei 1945 bevrijd werden,
was ons moeder in blijde verwachting van haar zevende, en tot haar grote
opluchting bleek het een tweede dochter te worden. Al hing het
verdriet om het verlies, een jaar te voren, van het vierde zoontje dat net
geen drie maand oud was geworden, nog als een sluier over de hoopvolle
toekomst.
Een
drietal jaar na de oorlog verhuisden we van het dorp naar een
spiksplinternieuw huis, gebouwd even voorbij het klooster, op een plek door
ons vader uitgezocht en uitverkoren om het unieke uitzicht.
De maanden tevoren waren we niet weg te slaan van de bouwwerf : steen voor
steen hebben we daar zien metselen. En in die lange hete zomer van 1947
mochten we elke dag na schooltijd de bouwvakkers een kruikje koele bruinen 'Oudenaardsen'
brengen. Achteloos maar niet toevallig waakten ze er over dat er
telkens een bodempje in de kan achter bleef .. Met een samenzweerderig
knipoog bezorgden ze die kleine boodschappers hun
eerste beroezende kennismaking met Bacchus ..
Om maar te zeggen dat het een hemels
onbezorgde tijd was, toen, die apenjaren in Huise .. Al zal het ook wel een drukte van jewelste
geweest zijn ten huize van meneer dokteur. |

zijn eerste
pasjes (1938), zijn eerste vehikel (1939), zijn 1ste communie (1944)

de drie musketiers in 1941, ca. 1946, en wat
later in 1951

.. en in 1946 waren ze al met 6 .. en hier
waren ze met 7 (1948) |