Onze
illustere naamgenoot Theodoor
Frans Jozef Van der Donckt leek wel
voorbestemd om een vooraanstaande rol in de maatschappij te
vervullen.
Uit de bijgaande
kwartierstaat blijkt immers dat
hij een telg
was uit een geslacht dat drie opeenvolgende generaties griffiers voortbracht
voor het Land & Baronie van Schorisse, en sinds de 15de eeuw quasi onafgebroken
baljuws, schepenen of burgemeesters leverde in de omliggende gemeenten.
Als zoon van een vooraanstaand Oudenaards advocaat ging hij geneeskunde
studeren aan de Gentse Universiteit, vestigde zich als huisarts
te Kruishoutem en trouwde er in 1821 met een jongedame van het
gefortuneerde geslacht Vyvens uit Huise.
Loopbaan
In 1831, meteen na
de oprichting van het Belgisch koninkrijk, wordt hij schepen, en in 1836,
als de provinciestructuur wordt opgezet, provincieraadslid. Hij wordt
aangesteld als burgemeester van Kruishoutem in 1848.
De jaren tevoren had hij zich bijzonder verdienstelijk gemaakt door
onverschrokken zijn plicht te vervullen o.m. toen een bijzonder hevige tyfusepidemie Kruishoutem en omstreken teisterde en talloze slachtoffers
maakte, waaronder zelfs drie geestelijken en drie geneesheren. Bovendien
kende ons land in die periode mislukte aardappeloogsten met hongersnood en
veel miserie tot gevolg.
Op 8 juni 1852 wordt hij lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, en
in 1856 verheven tot Ridder in de Leopoldsorde.
Een wel erg lovende tijdgenoot weet ons verder nog te melden dat hij geen enkele plenaire
of commissievergadering oversloeg en derhalve zijn huisartsenpraktijk
opzegde, hoewel het lidmaatschap van de Kamer toen blijkbaar onbezoldigd was.
Steeds volgens dezelfde bron gaf hij blijk van een
brede belangstelling voor 's lands economie, landbouw, en .. jawel, voor de
Vlaamse Beweging .. (*)
Hij bleef lid van de Kamer tot aan zijn dood in 1878, en werd er opgevolgd
door Edmond Van Brabandt, eveneens Kruishoutemnaar en bovendien ook verwant met de
familie Vijvens.
Als burgemeester ijverde hij voor de bouw van de nieuwe kerk (1855), een
nieuw gemeentehuis en een gemeenteschool (1875). Hij zorgde voor de
oprichting van de brandweer door o.m. twee draagbare pompen aan te kopen
(1850).
Het was ook op zijn initiatief dat in het oude gemeentehuis, gelegen in het
Pompstraatje, een leerwerkhuis of weefschool werd
ingericht. Dat bezorgde hem toen heel wat nationale weerklank.
Tevergeefs heeft hij echter gepoogd om een spoorlijn langs Kruishoutem te
laten aanleggen. Dat plan werd blijkbaar ook door de plaatselijke bevolking
met veel argwaan bekeken.
Patrimonium
Het echtpaar Van der Donckt huisde te Kruishoutem
in de Hoogstraat. In
een riante woning, toen een van de mooiste van de gemeente, met aangelegde tuin, koetshuis,
vier
paardenstallen.
Men kan hen gerust onder de categorie grootgrondbezitters rangschikken. Volgens de
kadastrale leggers van Popp bezaten zij te Kruishoutem en omgeving (Nokere,
Wannegem, Huise, Mullem) 163 bunders of circa 244 ha. grond en 57 huizen en hoeven,
voor een totaal belastbaar inkomen van ongeveer 12.398,37 fr. Hun dochter
Eulalie staat ook vermeld in deze gemeenten als eigenares van ongeveer 61 ha. en
11 huizen voor een belastbaar inkomen van 2.316,25 fr. In aug.1860 kocht hij het
kasteel met landerijen van Roborst. Niet om er te wonen maar om het te
verkavelen en het terug te verkopen (**)
Zij verbleven echter ook
vaak in hun woning te Brussel, en even vaak op hun
buitengoed te Sint-Kornelis-Horebeke.
Ook dit was een riant optrekje. Een erfenis van zijn
betovergrootouders die het in 1702 lieten (om)bouwen tot een prestigieus
neerhof met herenwoning. In de Horebeekse volksmond wordt het nog steevast
"Le petit Chateau" genoemd, al is het neerhof al lang omgevormd tot
plaatselijke basischool, en is het herenhuis na een kloosterfase een
"Vluchtheuvel" geworden.
Beide echtgenoten liggen begraven op het kerkhof te Kruishoutem alwaar hun monumentale grafstede nog
steeds prominent aanwezig is.
Maar ook te Sint-Kornelius-Horebeke, op het kerkhof tegen de zuidermuur van
de kerk herinnert een gedenksteen aan de achtenswaardige familie en nodigt
de passant tot een schietgebed: Het is een heilig gedacht van voor de
overledenen te bidden (II Mach. XII.46).
Het aanzienlijk
patrimonium en vermogen van het echtpaar Van der Donckt-Vijvens ging over in
handen van de enige dochter, eveneens rijk getrouwd met notaris en eveneens
kamerlid,
Philip De
Kepper
uit Hamme. Dit huwelijk bleef kinderloos zodat hun bezittingen
uiteindelijk verspreid terecht kwamen bij verwante families, waaronder die
van Edmond van Brabandt,
opvolger in de Kamer van Theodoor Fr. J. Van der Donckt.
(*)
E.Bochart,
Biographies des membres
des deux chambres législatives, 1857-58.
Brussel, 1858, p. 101
(**) Rooborst, ses Seigneuries, ses Seigneurs
in H.G.O.K.
van Oudenaarde, jg. 6, p.65-89.
Raf Van der Donckt,
Genealogie Van der Donckt,
2018, p 763-73.
Raf Van der Donckt, Theodoor Frans Jozef Van der Donckt (1795-1878):
burgemeester en huisarts te Kruishoutem, volksvertegenwoordiger in Brussel,
in: Hultheim Jaarboek 2023, p. 77-97.
-
Met dank
aan wijlen Imelda Dhuyvetter, aan Regina De Rodder & Wouter Van der Donckt voor inlichtingen
& illustratiemateriaal.
Zie ook: [E. De Borggraeve]'Onze vierde man in Brussel' (www.Hultheim.be).
|